Na de gieterijfasen en de mechanische basisbewerking, ondergaan de onderdelen een nauwkeurige wasbeurt en vervolgens gaan ze naar de reinigingsafdeling. In dit gebied zijn er vier soorten bewerking: slijpen, fijnslijpen, polijsten en oppoetsen. 110 volautomatische stations gebruiken in de eerste fase 6 soorten banden van verschillende korrelgrootte. Vervolgens wordt een speciale schuurpasta gebruikt, bestaande uit dennenhars en aluminiumoxide, een mengsel dat absoluut onschadelijk is voor het personeel dat in nauw contact komt met de robots. De pasta wordt op katoenen wielen gesmeerd die, door middel van een proces van verwijdering en microschuren, het stuk polijsten. De programmering van de machines wordt bepaald aan de hand van de vorm van het stuk: de bijzonderheid die de robots onderscheidt, is dat zij een scharnierende arm hebben die een zeer breed scala aan bewegingen mogelijk maakt. De processen verlopen automatisch, maar de fijnafstelling wordt uitgevoerd door zeer ervaren operators: de menselijke factor is van fundamenteel belang om het technologische potentieel optimaal te benutten. De diameter van het wiel, kleiner of groter, de snelheid ervan, het gebruik van een zachte of stijvere band, kleine of grove korrel, alsmede de analyse van de bewegingen zijn beslissingen die onder de verantwoordelijkheid vallen van de technici die in deze fase van het proces werkzaam zijn. Ten slotte corrigeren 4 manuele stations alle eventuele micro-defecten die aan het "zicht" van de robot zijn ontsnapt.